Hebben Nederlanders een beter pensioen dan de Fransen?
Het Nederlandse pensioenstelsel is recent weer uitgeroepen tot het beste ter wereld. Logische conclusie die je daaruit kan trekken, is dat Nederlanders dus een beter pensioen hebben dan de Fransen. Maar is dat ook zo?
Het Nederlandse pensioenstelsel vindt zijn oorsprong halverwege de 19e eeuw. Een aantal ondernemingen startte destijds een pensioenregeling voor het personeel op. Pas na de tweede wereldoorlog, in 1947, introduceerde Willem Drees een plan voor ouderenzorg. Vandaag de dag is dat de Algemene Ouderdomswet (AOW).
Het Franse pensioenstelsel
Het Franse pensioenstelsel komt oorspronkelijk uit Duitsland. In 1870 werd het door Bismarck ingevoerd voor de Elzas. Toen na de Eerste Wereldoorlog de Elzas weer Frans werd, koos Frankrijk er voor om dat systeem landelijk in te voeren.
In beide landen is het pensioen gebaseerd op het zogenaamde 3 pijler systeem. De (mogelijke) opbouw van het pensioen bestaat dan uit een overheidsdeel (1ste pijler), een deel via de werkgever (2de pijler) en een privé deel (3de pijler). Gezamenlijk moeten deze delen resulteren in een goed pensioen. In Nederland was de pensioennorm 70% van het laatstverdiende salaris, maar tegenwoordig is dat uitgangspunt gewijzigd naar 75% van het gemiddelde salaris. In Frankrijk is dat kort gezegd maximaal 50% van het gemiddelde inkomen (maximaal zo’n € 39.000). Door middel van een beschikbare premieregeling voor werkenden (2de pijler) wordt dit geprobeerd te verhogen naar 70% à 80%.
De financiering van de pijlers verschilt echter. Dit kan een omslagstelsel of een stelsel op opbouwbasis zijn. Bij een omslagstelsel betalen de werkenden voor degenen die de uitkering op dat moment ontvangen. Het nadeel daarvan is, dat als de groep werkenden steeds kleiner en het aantal uitkeringsgerechtigden steeds groter wordt, dit systeem steeds meer onder druk komt te staan. Op dit moment is dat het geval en dit is de belangrijkste reden dat de pensioenleeftijd in vrijwel alle Europese landen is of wordt verhoogd.
Land | Wettelijke pensioenleeftijd | Gemiddelde leeftijd waarop men stopt met werken |
Duitsland | 67 (2029) | 61,6 |
Frankrijk | 67 (2023) | 58,7 |
Griekenland | 65 (60 voor vrouwen) | 60,4 |
Italië | 65 (60 voor vrouwen) | 60,4 |
Nederland | 68 | 61,7 |
Oostenrijk | 65 (60 voor vrouwen) | 60,9 |
Spanje | 67 (2031) | 61,4 |
Verenigd Koninkrijk | 66 (60 voor vrouwen) | 63,2 |
Europesche Unie | – | 60,5 (mannen) en 59,5 (vrouwen) |
Bron: Wikipedia, schema opgeteld door de Franse vakbond CFDT
Franse pensioenleeftijd
In Europa zijn het de Fransen die het eerst ophouden met werken. Maar de Franse overheid is bezig om het pensioen aan te passen. In het laatste decennium heeft Frankrijk de pensioenleeftijd verhoogd van 60 naar 62. Tot 2023 zal dit nu stapsgewijs verder verhoogd worden naar 67 jaar.
Een belangrijke reden waarom het Nederlandse pensioenstelsel zo hoog wordt aangeschreven, komt omdat alleen de eerste pijler op basis van het omslagstelsel wordt gefinancierd. Voor de 2de pijler is op dit moment een spaarpot aanwezig van ruim 1.425 miljard euro. Daarnaast heeft Nederland vanaf 2018 de pensioenleeftijd verhoogd naar 68 jaar. Deze is bovendien gekoppeld aan de sterfteontwikkeling. Omdat we steeds ouder worden, zal deze afhankelijk van de geboortedatum de komende decennia naar verwachting stijgen naar 71 jaar. Geen ander Europees land hanteert op dit moment zo’n hoge wettelijke pensioenleeftijd.
Maar hebben Nederlanders een beter pensioen dan de Fransen?
Hier is geen eenduidig antwoord op te geven, omdat elke situatie verschillend is. In het algemeen kan echter gesteld worden, dat vanuit het perspectief van de ontvanger een Frans pensioen beter is. Je ontvangt het eerder dan een Nederlands pensioen en hebt sneller een volwaardig pensioen bereikt. Dat het pensioen voornamelijk op een omslagstelsel gebaseerd is, doet daar niet aan af. Dat financieringsprobleem is in eerste aanleg voor rekening van de overheid. Deze zal op haar beurt het systeem echter betaalbaar willen en moeten houden. Het verder verhogen van de pensioenleeftijd en/of omzetten van het pensioensysteem naar opbouwbasis, zal dan niet te vermijden zijn. Daarmee is het Franse pensioensysteem in ieder geval een stuk minder toekomstbestendig dan het Nederlandse.